Managers exit

Eigenlijk wil ik het er liever niet over hebben omdat er al zoveel over gezegd en geschreven wordt. Leiderschap, management en alles wat daarmee annex is. Een zwaar en veelzijdig onderwerp.

De manager is het overbodige soort en hiërarchie uit den boze. Wie deze stelling ter discussie stelt is van de oude stempel. Elke organisatie moet radicaal en wel nu over op zelfsturing anders is het snel einde oefening.

Nu kan ik lang mee gaan in de achterliggende redenering maar er zit ook iets naïefs in.

De stellingnames zijn mij te zwart-wit en stroken niet altijd met de veelzijdigheid van de organisatiepraktijk die ik dagelijks zie. Want daar zie ik teams die juist teveel of te weinig gemanaged worden. Allebei zijn even funest.

Ik vroeg Foppe de Haan. Hoe denkt u over zelfsturing als u dit projecteert op een voetbalelftal? Wat gebeurt als de coach wegloopt en het team zonder leiding door moet?

Volgens Foppe kan een goed elftal dan nog 2 weken goed draaien en dan komt er gedoe. Ego’s, belangen en dat soort van dingen. Er is weer leiding nodig. Misschien is het wel zo plat dat deze dan wel coach, trainer of aanvoerder mag heten maar beslist geen manager.

Het begrip manager is teveel geladen met het tick in the box type die er alleen voor zichzelf zit, die eindeloos en zielloos procesvragen blijft stellen, voor een schijn van control, aan vakmensen die het prima alleen afkunnen.

Het probleem zit in het woord ‘manager’ als exponent van het koude woord ‘hiërarchie’ en de voorbeelden die we ervan gezien hebben in de praktijk.

Want in wezen is er in elke situatie waar resultaat neer gezet moet worden behoefte aan iemand die op basis van een informele of formele positie het laatste woord heeft. Dat is van alle tijden en onverminderd belangrijk. Ook in de zelfsturing.

Laat het vooral één van de vakmensen zijn. Bijvoorkeur iemand die vanzelf boven komt drijven en natuurlijk gezag heeft.

Met een groet van Frijman

Plaats een reactie