Vertrouwen is een groot en kwetsbaar goed. Geen enkel intelligent en positief systeem waar de mens een hoofdrol in speelt functioneert zonder. Ik zie het onderwerp in mijn adviespraktijk vaak op tafel komen. Organisaties en teams die meer vanuit vertrouwen willen werken. Kennelijk is er dan ook sprake van minder vertrouwen.
Aan de oppervlakte is er nooit iemand tegen meer vertrouwen. Onder de oppervlakte is het razend interessant om mensen te vragen wat ze dan als vertrouwen en als wantrouwen ervaren. Hoe laat het zich zien? Wat moet er anders als het vanuit vertrouwen gaat? De meeste antwoorden laten zich raden en schieten je waarschijnlijk wel te binnen als je dit leest. Mag ik zelf nog nadenken? Heb ik autonomie in besluiten en handelen? Is het ook goed als ik op mijn eigen manier doe? Mag het een keer zonder controle?
Algemene definities of een top 10 van meest voorkomende antwoorden hebben nauwelijks betekenis omdat de praktijk van vertrouwen alleen kan veranderen in de directe dialoog met de mensen die het aangaat. De dialoog zelf is het belangrijkste effect.
Mijn persoonlijke uitkomst van de dialoog is dat vertrouwen een product is van verbinding. Wie of wat in verbinding is wordt vertrouwd. Het mooie met verbinding is dat het er net als met vertrouwen in een fractie van een seconde is of er helemaal nooit gaat zijn maar daar tussen ligt een wereld aan concrete dingen die gedaan kunnen worden om het te bevorderen. Daar wil ik het graag een keer met je over hebben.
Met een groet van Frijman!